Straffen

Aandacht en complimenten geven als je kind zich goed gedraagt heeft het meeste effect in de opvoeding. Toch is uw kind soms ongehoorzaam of doet het iets wat echt niet kan. Straffen is een van de manieren waarop u als ouder grenzen kunt stellen aan ongewenst gedrag van uw kind. Wees zuinig met het geven van straf. Veel straffen maakt dat kinderen er ongevoelig voor worden en de band met uw kind wordt er ook niet beter van.

Passende straf

Een straf moet verband houden met de overtreding van de regel en bij de leeftijd van het kind passen. Straffen moeten ook uitvoerbaar zijn, kort duren en gericht op het gedrag.

• Zet uw kind de fiets niet op slot? Of gooit uw kind de fiets op de grond en loopt erbij weg? Dan mag uw kind bijvoorbeeld een paar uur niet fietsen.
• Uw kind iets leuks afnemen of ontzeggen kan een goede straf zijn. Toch gevoetbald in de kamer? Dan gaat de bal in de kast.
• Uw kind iets vervelends laten doen is ook een goede straf, zoals iets extra’s doen in huis of de schade herstellen.
• Uw kind zelf de gevolgen van ongewenst gedrag laten ervaren is een leerzame straf. Te lang getreuzeld? Dan maar eens te laat bij muziekles komen.

Kortom: straffen doe je zo

• Waarschuw eerst voordat u een straf geeft
• Leg duidelijk uit waarom u straft
• Straf meteen na de overtreding
• Overdrijf niet; kies een passende straf.

Nooit slaan!

Geef uw kind nooit een klap als u boos bent. Ook als uw kind u slaat, sla dan niet terug. U kunt je kind erg pijn doen of zelfs verwonden. Bovendien is slaan schadelijk voor het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Doe dat dus nooit.